top of page

Kritische Ontwikkelingsbegeleiding

Definitie

De Kritische Ontwikkelingsbegeleiding is een systeemgerichte therapievorm waarbij we streven naar een optimale ontwikkeling van het kind. Het lichaam speelt hierbij een centrale rol. Deze theorie werd ontwikkeld door Prof. Felix Hendrickx.

Systeemgericht versus defectgericht denken

In een defectgerichte benadering kijkt men naar de defecten van het kind en gaat men vervolgens specifiek op dit defect werken. Er wordt gekeken naar wat het kind zou moeten kunnen binnen zijn leeftijdscategorie. Men kijkt hierbij van bovenuit. Ook ons huidig onderwijssysteem is hierop gebaseerd.

Een systeemgerichte benadering kijkt naar de mogelijkheden van het kind en start met wat het kind op dit moment kan, begrijpt en emotioneel aan kan. Het is een totaalbenadering van de problematiek, waarbij men van onderuit het kind begeleidt naar een optimaal ontwikkelingsniveau.

Defectgerichte en systeemgerichte begeleidingsvormen staan niet lijnrecht ten opzichte van elkaar, maar kunnen elkaar aanvullen. Wanneer er een grote pedagogische kloof bestaat tussen wat het kind op een specifiek aspect volgens zijn leeftijdsgroep moet kunnen en tussen wat het kind op dit moment kan, zal men met extra oefeningen en stimulatie volgens de defectgerichte begeleidingsvormen onvoldoende resultaat boeken. In die situatie is het aangewezen om op zoek te gaan naar de basis, de oorzaak van het probleem en van daaruit, systeemgericht, het probleem te gaan aanpakken. Wanneer een kind gegroeid is binnen een systeemgerichte begeleidingsvorm en een hoger ontwikkelingsniveau heeft bereikt, kan men overschakelen naar verdere defectgerichte begeleiding. Daarnaast kunnen defectgerichte en systeemgerichte begeleidingsvormen ook tegelijkertijd worden aangeboden, waarbij het accent tussen de twee verschoven wordt naar gelang de mogelijkheden van het kind.

“Elk kind heeft altijd gelijk”

Deze uitdrukking is de basisslogan van de KOB. Ze dient echter niet letterlijk opgevat te worden. Wanneer men het kind van binnenuit begrijpt, wanneer men kijkt naar hoe dit kind met zijn eigenheid, met zijn aanleg en verworvenheden in de wereld staat, is zijn gedrag altijd logisch en eenduidig. We moeten het kind zijn gelijk herkennen en begrijpen, om vervolgens het kind zijn gelijk te kunnen geven. Wanneer men op deze manier naar het gedrag van een kind kijkt, zal men het kind anders gaan beoordelen en benaderen dan enkel en alleen op het uiterlijk zichtbare gedrag en de gevolgen hiervan.

Bijvoorbeeld: Een jongen die agressief op zijn zus reageert, heeft ook “gelijk”. Al kunnen we dit gedrag uiteraard niet tolereren, we kunnen wel proberen van binnenuit te begrijpen waarom deze jongen zo’n gedrag stelt en waarom dit voor hem een logische reactie is in die specifieke situatie.

“Kritisch” werken

We streven in de KOB naar actieve zelfontwikkeling door kritische ervaringen. In opdrachtsituaties zoeken we naar het kritische niveau van het kind. Dit is het niveau dat dicht aansluit bij wat het kind op dit moment kan, begrijpt en emotioneel aan kan, maar dat tegelijkertijd ook iets moeilijker is zodat het een haalbare uitdaging vormt. Op deze manier zal het kind succeservaringen beleven, meer zelfvertrouwen opdoen en van daaruit zich verder kunnen ontwikkelen.

 

Voor wie en wat is het?

De Kritische Ontwikkelingsbegeleiding (KOB) is een systeemtherapie gericht op het herstellen van het gedragssysteem zodat de natuurlijke ontwikkeling weer op gang gebracht wordt. Dit gebeurt door begeleidend, helpend of therapeutisch in te grijpen op de oorzaken van het probleemgedrag en het onderpresteren zodat een echte verandering mogelijk wordt. De KOB kan toegepast worden in alle levensstadia. Zo kan de begeleiding al beginnen bij de zwangerschap, over de pasgeboren baby, de peuter, kleuter, het schoolgaande kind, de jongvolwassene tot de volwassene. Maar ook bij het ouder worden kan deze therapie gebruikt worden om de functionele mogelijkheden te behouden of te herwinnen. De KOB houdt rekening met ALLE aspecten (integraal) van het functioneren: vitaal, motorisch, affectief/emotioneel en cognitief, wel vertrekkende vanuit concreet lichamelijke aangrijpingspunten.

 

Wat wil men bereiken?

Men ziet de mens als een systeem dat werkt dankzij een viertal basissystemen die ieder een eigen opdracht vervullen.
Het biologisch-somatisch overlevingssysteem staat in voor de kwaliteit en stabiliteit van de gezondheid, maar ook bvb. voor de temperatuur van de persoon.
Het lichamelijk-tonisch uitvoeringssysteem zorgt ervoor dat de persoon kan doen wat hij wil doen en bepaalt zo de bekwaamheid om te handelen.
Het cognitief systeem is gericht op het kennen en begrijpen van de wereld en zijn eisen en het oplossen van problemen.
Het affectief-emotioneel systeem verzorgt een eenvormige doelgerichtheid van het gedrag, gedragscontrole en stressverwerking.

Het is de taak van de therapeut om het probleem te analyseren en de oorsprong te vinden zodat hij/zij zich kan richten op de slecht werkende systemen. Het is hier van groot belang dat er gebruik gemaakt wordt van haalbare oefeningen die de verborgen systemen rechtstreeks aanspreken.

 

Hoe werkt het?

Door het in evenwicht brengen van de onbewuste en bewuste spanningssystemen in het lichaam wordt gestreefd naar een positieve lichaamsbeleving. Dit maakt het makkelijker om alle (bewegings)mogelijkheden te ontdekken en te gebruiken wat op zijn beurt leidt tot een diep lichamelijk zelfvertrouwen.

 

 

bottom of page